Anyway, kist Grunnegs proaten wicht?

‘Anyway, kist Grunnegs proaten wicht?’ vraagt Henk. Maar nee, helaas kan ik alleen Grunnigs verstaan. Hij vertelt over zijn broer Jan [82] die altijd in Ulrum is blijven wonen en die ik zeker moet gaan opzoeken. ‘Hij woont in de Spoorstraat, dat huis met het anker in de tuin. Dat zie je vanzelf.’

Henk Huizenga [75] vertelt aan de telefoon in vogelvlucht zijn levensverhaal en dat van zijn vrouw Froukje. Allebei geboren in Ulrum, ze gingen naar dezelfde basisschool, naar dezelfde kermis en werden op hun 15deverliefd. De ouders van Froukje gaven geen toestemming voor verkering. Froukje werd zelfs een dik jaar naar familie in Amerika gestuurd. Dan zou de liefde wel overwaaien. Maar nee, de liefde bleef en ze verhuisden samen naar Delfzijl. Daar werkte Henk bij een landbouwmechanisatiebedrijf. Hij zag zichzelf dat niet tot zijn pensioen volhouden. Ook de gevolgen van de nachtelijke feesten in Delfzijl werden hun teveel. Ze wilden een beter leven. Een week later zag hij een advertentie: helpers op Nederlandse boerderij gevraagd in Waterville, Nova Scotia. Ze vertrokken 10 september 1970, 2 kindjes, Froukje en Henk. 

Uit Ulrum zijn veel mensen vertrokken naar Canada en Amerika. Eerst in 1834 na de kerkelijke afscheiding. Daarop volgden veel mensen rond 1890 vanwege aardappelziekte en veepest. Ook in de tweede helft van de vorige eeuw verlieten weer veel mensen hun vaderland. Allemaal op zoek naar een beter leven.

Een paar dagen later ga ik naar Ulrum. Ik zie het anker al vanuit de verte liggen. Als blijkt dat ik bij het verkeerde huis sta, word ik toch hartelijk binnengelaten. Meiske en garnalenvisser Lambert vertellen dat Henk en Fran [zoals Froukje in Canada genoemd wordt] altijd bij hun op bezoek komen als ze in Nederland zijn. ‘Henk is altijd bezig met Ulrum, familie en vroeger. Vindt ie mooi. En Jan komt hier ook wel af en toe voor een borreltje.’ Meiske en Lambert weten heel veel over Ulrum, en over de mensen die vertrokken. Zelf hebben ze nooit overwogen te emigreren. ‘Wij horen hier.’ Het ouderlijk huis van Fran is ooit afgebrand en vervangen door nieuwbouw. De ouders van Fran hadden er een manufacturenzaak. Het pand staat nu leeg en is te koop. Het uitzicht is nog wel hetzelfde gebleven. 

De boerderij waar Henk geboren werd is afgebroken. Daar kwam een winkel voor in de plaats. Die is inmiddels gesloten en staat er treurig bij. Aan de overkant van de straat staat naast de kerk een rijdende snackbar. Niets is nog zoals het vroeger was.

Bomen, bomen, bomen…

Jan wordt gebeld. Of hij even kan komen. Ondertussen wijzen ze uit het raam: ‘Kijk dáár woont hij, ook een anker in de tuin.’ Nog voor Jan goed en wel zit komt de fles wodka op tafel: ‘schootaan! Dat praat makkelijker!’

‘We hebben altijd goed contact met elkaar gehouden en ik ben zelfs een keer vijf weken bij Henk en Frouk in Canada geweest. Ik hoef er niet nog eens heen. Bomen, bomen, bomen… overal waar je rijdt, bomen. En er is geen gezelligheid met buren enzo, zoals hier bij ons. Ik heb altijd gevaren, was kapitein, maar ik hoef niet voor altijd weg uit Ulrum, dat heb ik nooit gewild. Mijn Pa wilde altijd dat ik op de Holland-Amerikalijn zou varen. Maar nee, ik vond het geen mooi schip. Veel te groot ook. Henk is meer zoals Pa, die wil ook altijd alles onderzoeken en op avontuur.’ 

Meiske en Lambert zijn verwoed verzamelaars van foto’s van het Ulrum van vroeger. Die plaatsen ze op facebook. Zo houden ze levendig contact met de emigranten. Vroeger blijft toch thuis!