
Ze moesten vluchten
I. en zijn vrouw B. hebben alles meegemaakt wat we kennen van de tv-beelden. Bijna vier jaar geleden zijn ze aangekomen in Ter Apel. B. was zwanger en daardoor kregen ze gelukkig al snel een huis in Sauwerd toegewezen.
Familie lijkt wel een ander woord voor gemis
De zwager van B. woont in Winsum. Alle andere familie woont in Syrië, ver weg, arm en bang. Ze hebben Syrische vrienden in Sauwerd maar nog geen Nederlandse vrienden. ‘Wij nodigen wel Nederlanders bij ons thuis uit, want uit zichzelf komen ze niet op bezoek. Nu hebben we een paar kennissen, misschien worden dat echte vrienden.’
I. en zijn vrouw volgen het nieuws over Syrië op de voet, elk uur. Het nieuws gaat over hun familie, die ze vreselijk missen. Ze leven in een dubbele dagelijkse werkelijkheid.
Hun zoontje [3 1/2
] noemt de overbuurvrouw oma. Nu is oma inmiddels verhuisd naar Norg, maar ze bezoeken elkaar over en weer. En dan is er de kersverse baby! Een nieuw familiegevoel.

Hoe Hogelands wil je het hebben
I. was al op zijn zestiende autoverkoper. Hij verdiende genoeg. Nu leeft hij met zijn gezin van een uitkering. Een zelfstandige toekomst is waar hij van droomt en waaraan hij werkt.
Als vrijwilliger bij MJD geeft hij nieuwkomers advies en hulp. Dit jaar begint hij met de opleiding Zorg en Welzijn in Groningen. Daarna wil hij werken in de maatschappelijke dienstverlening. ‘We willen nooit meer weg uit Sauwerd, hier is het veilig.’ En gelijk er achteraan zegt hij: ‘We gaan zo even naar de dijk bij Westernieland.’
