Ik groeide op in een gloednieuwe nieuwbouwwijk. Er waren wel wat grasveldjes en struiken, maar geen volgroeide bomen. Alleen sprietige aanplant die gestut werd door twee paaltjes met een band. Voor mij geen boomhut. Ik herinner me wel de tent die mijn oma in de tuin maakte van donkergroene velours gordijnen en een houten wasrek. Hele dagen bracht ik daar in door. Vanuit die tent werd het strakke gazon een woestijn of een zee. En ik werd maar zo een reiziger, een ontdekker, een natuurvorser.
Altijd als ik een boomhut zie moet ik aan die tent denken, aan dat gevoel van een zijn met het uitzicht, met de wereld, de natuur. Vooral een met de voorstelling die ik me daarvan maakte.
Op een dag ben je te groot voor een boomhut… je past er ook letterlijk niet meer in. Toch blijft de hut vaak nog lang bestaan als zichtbare herinnering aan je dromen.
Voor deze serie ga ik op bezoek bij de bewoners, makers en bouwers van boomhutten.









!['T STORT [BIJ LEENS]](https://i0.wp.com/www.carolinepenris.nl/wp-content/uploads/2018/01/scheefstertil-kl.jpg?w=188&h=126&ssl=1)





![Sil [11]en Manou [12]](https://i0.wp.com/www.carolinepenris.nl/wp-content/uploads/2018/01/sil-manou-kl.jpg?w=518&h=345&ssl=1)





![Stephan [18] en Jeffrey [16]](https://i0.wp.com/www.carolinepenris.nl/wp-content/uploads/2018/01/Stephan-Jeffrey-kl.jpg?w=239&h=358&ssl=1)



!['T STORT [BIJ LEENS]](https://i0.wp.com/www.carolinepenris.nl/wp-content/uploads/2018/01/francienkl.jpg?w=374&h=250&ssl=1)
